Voedselveiligheid is een ingewikkelde zaak. Om het effectief te maken, zijn betrouwbare prestatie-indicatoren nodig, die op twee manieren worden geclassificeerd - als leidend of achterblijvend.
Leidende (proactieve) indicatoren geven u inzicht in mogelijke uitkomsten, terwijl achterblijvende (correctieve) indicatoren informatie geven over het verleden.
De meeste organisaties beschikken al over een uitgebreide reeks correctieve prestatie-indicatoren voor voedselveiligheid, zoals klachten van consumenten over voedselveiligheid (bv. vreemde voorwerpen en ziekten) en productincidenten (bv. het terugroepen van producten). Deze correctieve indicatoren geven een beeld van de vastgestelde feiten en geven informatie over wat in de toekomst eventueel moet worden voorkomen. Deze indicatoren zijn belangrijk, maar ze leveren niet noodzakelijk vooruitgang op. Om de voedselveiligheidsprestaties naar een hoger niveau te tillen, is ook een even uitgebreide set van proactieve indicatoren nodig.
Volgens het Global Food Safety Initiative (GFSI) is de ontwikkeling van een voedselveiligheidscultuur een fundamenteel element van elk robuust proces. Met andere woorden, een sterke voedselveiligheidscultuur - een proactieve aanpak - zal fabrikanten helpen om hoge niveaus van voedselveiligheidsprestaties te handhaven.
Twee cruciale aspecten van een sterke cultuur op het gebied van voedselveiligheid zijn de betrokkenheid van het leiderschap en de bekwaamheid van de werknemers. Met behulp van toonaangevende voedselveiligheidsindicatoren kan de verbetering op beide gebieden worden gestimuleerd, doordat meetbare doelen en doelstellingen worden gecreëerd.
De betrokkenheid van het leiderschap bij voedselveiligheid kan de ontwikkeling van een voedselveiligheidscultuur aanzienlijk beïnvloeden door te zorgen voor de juiste prioritering en toewijzing van middelen aan voedselveiligheid. Dit kader geldt met name voor infrastructuurprojecten met een impact op lange termijn.
Een voorbeeld van een leidende voedselveiligheidsindicator voor de betrokkenheid van het leiderschap zou het percentage van het investeringsbudget van een organisatie kunnen zijn dat wordt uitgetrokken voor uitgaven aan infrastructuurverbeteringen die betrekking hebben op voedselveiligheid. Lekkages, beschadigde vloeren en inefficiënte afwatering zijn allemaal voorbeelden van potentiële risico's voor de voedselveiligheid. De voortdurende verbetering van deze infrastructuur zal de risico's verminderen en een positieve voedselveiligheidscultuur bevorderen.
Het opbouwen van de deskundigheid van werknemers op het gebied van voedselveiligheid zorgt ervoor dat iedereen binnen de organisatie begrijpt hoe zijn of haar rol op waarneembare, meetbare manieren bijdraagt aan de voedselveiligheid en dat werknemers worden uitgerust met de juiste kennis en vaardigheden die nodig zijn om die rol uit te voeren.
Een voorbeeld van een belangrijke voedselveiligheidsindicator voor de bekwaamheid van werknemers is het percentage van het voedselveiligheidsplan van een organisatie dat op tijd klaar is. Het kan hierbij gaan om opleidingen voor nieuw personeel, jaarlijkse opfriscursussen en opleidingen in verband met nieuwe processen. Door ervoor te zorgen dat de geplande opleidingen worden gevolgd, krijgen de werknemers de kennis die ze nodig hebben en wordt de organisatie en alle belanghebbenden duidelijk gemaakt dat zij veel belang hechten aan voedselveiligheid.
Het juiste evenwicht is essentieel voor de prestaties op het gebied van voedselveiligheid. Zowel leidende als achterblijvende indicatoren spelen een belangrijke rol: leren van successen - en mislukkingen - uit het verleden, maar ook potentiële bedreigingen omzetten in kansen voor verbetering.